Kampioen zitten en bewegen, gaat dat samen?
- 13 september 2018
Nederlanders bewegen bijna twee keer zoveel als de gemiddelde Europeaan. In geen enkel land van de Europese Unie bewegen mensen zo veel. Dat opvallende geluid komt uit het rapport ‘Eurobarometer – sport en fysieke activiteit’ van de Europese Commissie, waarover Trouw heeft bericht.
Van de Nederlanders doet 80 procent wekelijks aan fietsen, wandelen, tuinieren of zwemmen, tegenover 44 procent gemiddeld in de EU. Daarmee zijn we kampioen bewegen binnen de Unie. De onderzoekers keken naar recreatief bewegen en niet naar intensief sporten. Deels komt dat door de goede infrastructuur, zegt Eco de Geus, hoogleraar psychofysiologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en voorzitter van de commissie beweegrichtlijnen voor beweging
De grote hoeveelheid fiets- en voetpaden in Nederland maakt het makkelijk erop uit te trekken of naar het werk te fietsen. Die zijn er niet in elk land. “Neem de Verenigde Staten. Vaak kun je daar niet gaan lopen, ook al zou je het willen.” Daarnaast ziet De Geus een verklaring in het bloeiende verenigingsleven in Nederland. Nergens in Europa zijn zo veel mensen lid van een sportvereniging als in Nederland: 27 procent. Ook daar steekt Europa schamel bij af, met zijn gemiddelde van 12 procent.
Veel zitten, veel bewegen?
Maar: Nederlanders zitten ook zo’n 8,7 uur per dag. Ook daarin zijn we Europees kampioen. En we zitten steeds vaker. Dat komt vooral doordat steeds meer mensen zittend werk doen. Dat geldt voor de meeste landen waar mensen veel bewegen. Nederland, Zweden en Denemarken zijn zowel de beweeg- als de zitkampioenen van Europa. Waarom veel bewegen en veel zitten vaak zijn gekoppeld moet nog nader worden onderzocht, aldus het Mulier Instituut.
Voor de ‘Special Eurobarometer 472 Sport en fysieke activiteit’ van de Europese Commissie brachten de onderzoekers in 2017 van ruim 28.000 Europeanen van 15+ in de 28 EU-landen in kaart hoe vaak ze bewegen. Onder de bevraagden waren 1.040 Nederlanders. De vragenlijst bestaat uit 17 vragen met aandacht voor sport, fysieke activiteit, wandelen, zitgedrag, motieven om wel en drempels om niet te sporten en vrijwilligerswerk. Dit meldt Arbo-online. De bevraging Eurobarometer gebeurt met van face-to-face interviews. Het onderzoeksdesign maakt gebruik van de PPS-methode (Probability Proportional to Size). Deze methode houdt rekening met het aandeel van de populatie van een land en de verschillende regio’s van dat land.
Objectievere metingen
De Geus plaatst een kanttekening bij de gegevens van de Eurobarometer. “Een van de handicaps is dat al onze kennis over sport en bewegen is gebaseerd op vragenlijsten. Het is best onbetrouwbaar als mensen zelf rapporteren hoelang ze tuinieren of met de hond wandelen. Wie van ons weet nou precies hoeveel minuten je loopt.” Hij heeft wel vertrouwen in de onderzoeksgegevens, maar zou graag met objectieve meetmethoden willen vaststellen hoe veel en vaak mensen bewegen. Dat zou kunnen door vaker bewegingsapps op smartphones te gebruiken.
Bron: overduurzameinzetbaarheid.nl
Winnock nieuws | winnock.nl/nieuws