Bedrijfsarts baalt van kneusjes-imago
- 20 augustus 2015
De kneusjes onder de geneeskundigen. Dat is het beeld dat lijkt te bestaan van bedrijfs- en verzekeringsartsen. Althans, zo voelt de jonge garde dat. Geen goede manier om het groeiende tekort aan bedrijfsartsen te bestrijden.
Dat blijkt uit onderzoek onder veertig jonge artsen in opdracht van Sociaalgeneeskundige Beroepsopleidingen (SGBO). In de sterke hiërarchie die de geneeskunde kenmerkt staat de sociale geneeskunde niet erg hoog op de ladder, stellen zij. De specialisten staan aan de top, dan volgen de huisartsen en de bedrijfs- en verzekeringsartsen komen pas op de derde plek.
Kneusjes
“Er wordt neergekeken op bedrijfsartsen en verzekeringsartsen. ‘O, was je niet goed genoeg om specialist te worden?’, hoor ik vaak. Je krijgt het gevoel dat je een tweederangs of zelfs derderangs arts bent”, aldus een verzekeringsarts. Bedrijfsartsen komen tot dezelfde conclusie: “De gemiddelde geneeskundestudent heeft echt het beeld dat er bij sociale geneeskunde mensen zitten die eigenlijk niet te hard willen werken, niet ambitieus zijn, nergens anders terecht kunnen en niet onder stress kunnen functioneren. De kneusjes onder de geneeskundigen, dus.”
Motivatie
Een belangrijke motivatie voor jonge artsen om bedrijfs- of verzekeringsarts te worden is dat zij veel waarde hechten aan de werk-privébalans. Ze werken om te leven, niet omgekeerd. Bedrijfsartsen noemen daarnaast de werksfeer als belangrijke motivatie. Verzekeringsartsen noemen de werkdruk. Die laatsten vinden bovendien de secundaire arbeidsvoorwaarden veel belangrijker dan de bedrijfsartsen.
Tekort
Binnen nu en tien jaar gaat ongeveer de helft van de bedrijfsartsen en verzekeringsartsen met pensioen. De instroom in het vak is veel lager dan nodig is om het aantal vacatures in deze periode op te vangen. Er dreigt dus een tekort aan bedrijfsartsen te ontstaan.
Kabinetsbeleid
De geschetste ontwikkeling staat haaks op het kabinetsbeleid de arbeidsgeneeskundige zorg te promoten. De jonge artsen hebben wel ideeën waarmee het vak aantrekkelijker te maken valt voor studenten. Allereerst zouden er meer jonge rolmodellen moeten komen. Een goed begin daarvoor zouden jonge docenten zijn voor het vak sociale geneeskunde. Die zouden het vak een dynamischer aanzien kunnen geven. Verder willen de artsen meer waardering voor hun beroep. Daarnaast werkt het ontmoedigend dat artsen die stoppen met de opleiding tot bedrijfs- of verzekeringsarts, de opleidingskosten zelf terug moeten betalen
Bron: Arbo online
Noot van de redactie: Bedrijfsartsen zijn medisch specialisten. Zij hebben na de basisarts opleiding net zoals iedere andere medisch specialist een postacademische vervolgopleiding tot specialist gevolgd. Het is net zoals bij andere medisch specialisten een beschermde titel. Om de titel en bevoegdheid te behouden moeten bedrijfsartsen regelmatig nascholingen volgen en her-registreren. Dus er kan geen misverstand zijn als het erom gaat of deze artsen volwaardig medisch specialist zijn. Ze beschikken als enige medisch specialist over de combinatie van medische kennis gekoppeld aan arbeid en arbeidsomstandigheden. Juist dat maakt hen waardevol voor patiënt, collega medisch specialist, huisarts en werkgever. Recent is in diverse publicaties ook benadrukt dat het van groot belang is dat er rond de factor arbeid meer samenwerking komt tussen de medisch specialisten en bedrijfsartsen en tussen huisartsen en bedrijfsartsen. En in dat vraagstuk is de bedrijfsarts de specialist. Aan de beroepsgroep zelf is het te laten zien dat ze die specialistenrol werkelijk vervullen.
Een aantal vestigingen van Winnock biedt co-assistenten die de opleiding geneeskunde volgen een stageplaats. Dit in samenwerking met de universiteiten in Leiden en Rotterdam. Hiermee leveren wij een bijdrage aan de keuze voor een specialisatie in de arbeidsgeneeskunde!. Ook bieden wij stageplaatsen aan voor bedrijfsartsen in opleiding. Heeft u interesse? Neem dan contact op met de relatiemanager van uw regio.
Winnock nieuws | winnock.nl/nieuws